Samenkracht en burgerparticipatie (6.1) voordelig saldo € 1,5 mln.
Lasten voordelig saldo € 2,7 mln.
De grote afwijkingen zijn:
- Er is een voordelig saldo in de lasten ten behoeven van de opvang voor ontheemden uit Oekraïne van € 2,2 mln. Dit saldo heeft twee oorzaken:
- Voor de opvang van ontheemden uit Oekraïne wordt een normbedrag per gerealiseerde opvangplek ontvangen. In de begroting was rekening gehouden met meer opvangplekken dan werkelijk gerealiseerd is (zie ook de baten). Dit resulteert in een voordelig resultaat van € 1,1 mln.
- De werkelijk toewijsbare lasten voor de opvang in 2023 zijn lager dan de ontvangen normvergoeding en de middelen die bij de resultaatbestemming 2022 beschikbaar zijn gesteld voor verbouwing van de locatie Wijckermolen. Dit resulteert in een voordelig resultaat van € 1,1 mln.
- Met ontvangen middelen uit de Brede Specifieke uitkering zijn minder uitgaven gedaan dan begroot. Dit resulteert op dit taakveld in een voordeel van € 70.000. Deel van deze middelen worden meegenomen naar 2024, deel dient terugbetaald te worden. Zie ook baten. Per saldo is hier geen financieel resultaat.
- Met de ontvangen middelen uit de specifieke uitkering inburgering en onderwijsroute zijn lasten betaald voor taallessen en inburgeringstrajecten. De trajecten duren langer dan een jaar en de kosten worden ook over meerdere jaren verspreid. Er zijn meer middelen ontvangen dan er aan lasten zijn. Het overschot van € 357.000 wordt op de balans geplaatst, zodat hier de lasten in latere jaren van betaald kunnen worden. Zie ook bij baten voordelig saldo (6.1). Per saldo is er geen financieel resultaat.
- Met ontvangen middelen uit het derde en vierde steunpakket Corona, is een bedrag van € 81.000 besteedt aan intensivering initiatieven jeugd het bestrijden van eenzaamheid bij ouderen. Dit wordt gedekt met de ontvangen steunmiddelen die verwerkt zijn op taakveld Bijzondere baten en lasten (0.8) en resulteert in een overschrijding op dit taakveld van € 81.000.
- In het kader van coördinatie leefbaarheid blijft € 81.000 over. De oorzaak is het achterblijven van bewonersinitiatieven. Bewoners organiseren minder activiteiten, wellicht door de naweeën van de coronavirus periode.
- In 2023 is er minder uitgegeven aan salarislasten inzake coördinatie leefbaarheid. Dit heeft geleid tot een voordelig saldo van € 77.000.
Baten nadelig saldo € 1,2 mln.
- Voor de opvang van ontheemden uit Oekraïne wordt een normvergoeding per gerealiseerde plek ontvangen. In 2023 zijn niet alle nieuwe opvangplaatsen gerealiseerd die waren gepland (en begroot) (o.a. de samenwerking met Heliomare voor de revalidatie van Oekraïense oorlogsslachtoffers is niet van de grond gekomen). Hierdoor is er een nadelig saldo ontstaan van € 772.000 bij de baten, maar hier staan ook geen lasten tegenover.
- De ontvangen middelen uit de Brede Specifieke uitkering zijn niet volledig besteed in 2024. Dit resulteert in een nadelig saldo van € 70.000. Zie ook lasten. Per saldo is hier geen financieel resultaat.
- Er zijn minder baten opgenomen vanuit de specifieke uitkeringen inburgering en onderwijsroute dan begroot. Het nadelig verschil bedraagt € 357.000. Dit bedrag is gereserveerd op de balans voor toekomstige uitgaven aan inburgering en onderwijsroute. Zie ook bij lasten voordelig saldo (6.1). Hierdoor is er geen financieel resultaat.
Toegang en eerstelijnsvoorzieningen (6.2) voordelig saldo € 12.000
Lasten nadelig saldo € 11.000
- Afwijkingen kleiner dan € 25.000 zijn niet verklaard.
Baten voordelig saldo € 1.000
- Afwijkingen kleiner dan € 25.000 zijn niet verklaard.
Inkomensregelingen (6.3) nadelig saldo €808.380 (na december circulaire € 1.109.961 voordelig saldo)
De grootste afwijkingen zijn:
- Met ontvangen middelen uit de steunpakketten Corona, is € 51.001 besteed aan het gemeentelijk schuldenbeleid. De ontvangen middelen zijn verwerkt op taakveld Bijzonder baten en lasten (0.8) en resulteert in een overschrijding op dit taakveld van € 51.001.
- Via de december circulaire is een bedrag van € 1,9 mln. beschikbaar gesteld voor de energietoeslag. Met de verwerking van de energietoeslag is er op dit taakveld een voordelig saldo te melden van € 1.109.961. De kosten voor de toeslag worden deels in 2024 gemaakt. Het voorstel is om een bedrag van € 900.000 over te hevelen naar 2024 om de lasten hiervan te kunnen dekken.
- Door afrekeningen voor de TOZO regelingen uit 2021 en 2022 is er een incidenteel nadelig resultaat van € 460.000.
WSW en beschut werk (6.4) nadelig saldo € 5.000
Lasten nadelig saldo € 5.000
- Afwijkingen kleiner dan € 25.000 zijn niet verklaard.
Arbeidsparticipatie (6.5) nadelig saldo € 111.000
Lasten nadelig saldo € 111.000
- Er is een overschrijding van € 135.483 besteedt aan re-integratie vanuit de ontvangen middelen uit steunpakketten Corona. De ontvangen middelen zijn op een ander taakveld verwerkt, Bijzondere baten en lasten (0.8) en resulteert daardoor in een nadeel op dit taakveld.
- Zonder steunmiddelen is er sprake van een onderschrijding van € 44.000 veroorzaakt door minder lasten dan ingeschat voor re-integratie trede 1 en 2.
Maatwerkvoorzieningen Wmo (6.6) voordelig saldo € 145.000
Lasten voordelig saldo € 140.000
- Het voordelige saldo op dit taakveld komt met name door een voordeel op het budget voor Wmo woonvoorzieningen. De lasten van deze voorzieningen zijn afhankelijk van de vraag naar incidentele uitgaven en bouwkundige aanpassingen. De begroting 2023 is aangepast o.b.v. recente uitgaven (2022), indexaties en Wmo-voorspelmodel. In 2023 zijn hier minder uitgaven aan geweest dan geprognosticeerd.
Baten voordelig saldo € 5.000
- Afwijkingen kleiner dan € 25.000 zijn niet verklaard.
Maatwerkdienstverlening (18+ en 18-) (6.7) nadelig saldo € 1,2 mln.
Lasten nadelig saldo € 1,2 mln.
- Er is een voordelig saldo op het onderdeel Maatwerkdienstverlening 18+ (Wmo) op dit taakveld van € 529.000. Dit betreft Hulp bij het huishouden (HbH), Wmo Begeleiding dagbesteding en Wmo begeleiding individueel. De gemeente heeft door drukte en personeelstekort te maken met een achterstand in de verwerking van de Wmo meldingen en aanvragen. Niet alle binnengekomen meldingen in 2023 zijn hierom in 2023 afgehandeld en financieel afgeboekt. De achterstand is op dit moment ongeveer zes weken. De financiële afboeking zal voor een deel van de Wmo aanvragen in 2024 plaatsvinden.
Er was een forse stijging verwacht n.a.v. het Wmo-voorspelmodel, wat verwerkt is in de begroting. De werkelijke stijging van hulp bij het huishouden was lager dan het voorspelmodel aangeeft. Tevens is er door inzet van de algemene voorziening bij Hulp bij huishouden een financieel voordeel. Bij begeleiding (dagbesteding en individueel) is er met name een voordeel bij de PGB’s. Dit heeft te maken met een verschuiving van PGB naar maatwerk. - De berekening, oplegging en incasso van de eigen bijdrage voor Wmo wordt door het Centraal Administratie Kantoor (CAK) uitgevoerd. De informatie van het CAK is (om privacy redenen) ontoereikend om als gemeente de juistheid op persoonsniveau en volledigheid van de eigen bijdragen als geheel te kunnen vaststellen. Door de systematiek te kiezen van het vaststellen van de eigen bijdragen door het CAK, heeft de wetgever in feite bepaald, dat de verantwoordelijkheid voor de juistheid en volledigheid van de eigen bijdragen op grond van de Wmo geen gemeentelijke verantwoordelijkheid is. Dit betekent dat door de gemeente geen zekerheid omtrent omvang en hoogte van de eigen bijdragen verkregen kan worden.
- Er is een nadelig saldo op Jeugdhulp op dit taakveld van € 1,7 mln. Op taakveld 6.8 is op Jeugdbescherming en Jeugdreclassering een voordelig saldo van € 270.000 wat als gedeeltelijke dekking voor Jeugdhulp gezien kan worden. Vanwege diverse redenen is het onderdeel jeugdhulp niet aangepast in de begroting 2023. Dit zijn o.a. structurele effecten door het woonplaatsbeginsel (vanaf 1-1-2022), effect van lumpsum-bekostiging jeugdhulp perceel 1 en de onduidelijkheid van de verdeelsleutel daarop en continuïteitszorg van jeugdigen die overgaan naar perceel 1. Bij afronding van het jaar 2023 kan nu een analyse gemaakt worden op het negatieve saldo van Jeugdhulp van €1,4 mln.:
- De verdeelsleutel van de lumpsum Perceel 1 voor 2023 is begin februari 2024 akkoord bevonden door de portefeuillehouders ZKIJ. De gemeenten hebben lang gesproken over een juiste verdeelsleutel van de totale financiële waarde van de taak over de 7 regiogemeenten. Niet alle zorg en activiteiten zijn terug te rekenen naar de individuele gemeenten. Er zijn ten opzichte van de begroting financiële verschuivingen vanwege veranderingen in de wetgeving, zoals het woonplaatsbeginsel. De verdeling 2023 is voor 90% gebaseerd op de kosten die een gemeente maakt voor jeugdhulp aan zijn eigen jeugdigen. Voor de regionale zorgkosten is solidariteit toegepast. Het betreft 10% van de totale lumpsum op basis van aantallen jeugdigen in jeugdhulp in de regio gemeenten. De 10% is het gevolg van onderhandelingen met consortia gedurende de inkoop om voorziene knelpunten op te vangen in 2023 of veranderingen in de samenstelling van consortia gedurende de looptijd op te vangen, wat de regionale dekking van het zorglandschap verbeterde.
- Indexatie jeugdhulp: de lumpsum van perceel 1 wordt jaarlijks verhoogd met het OVA percentage. De lumpsum is bepaald o.b.v. de regionale uitgaven 2021 met de jaarlijkse OVA index voor 2022 en 2023. Voor 2022 en 2023 was dit OVe percentage hoger dan het percentage waarmee de gemeentelijke begroting is aangepast. Dit resulteert in een nadeel van ongeveer € 365.000.
- Een nadelig saldo van € 220.000 komt door nagekomen lasten uit voorgaande jaren. Dit zijn uitgaven aan Jeugdhulp die ingediend zijn door zorgaanbieders, nadat de jaarstukken 2022 afgerond waren.
- Een bijdrage van ongeveer € 130.000 voor de regionale projectbegroting voor werkzaamheden aan Perceel 1 resulteert in een nadelig resultaat.
- Het restant negatief saldo van Jeugdhulp is € 785.000. In de programmabegroting 2023 is als risico aangegeven dat de gemiddelde stijging op jeugdhulp jaarlijks € 800.000 is. De begroting is in 2023 niet aangepast met dit saldo, omdat pas begin 2024 duidelijk is geworden wat de verdeling van de lumpsum voor Beverwijk voor het jaar 2023 zou worden.
- Naast de lumpsum voor perceel 1 zijn er ook andere uitgaven aan jeugdhulp. Voorbeelden zijn continuïteitszorg van jeugdigen die overgaan naar perceel 1, jeugdhulp t.a.v. veiligheid, excessieve casussen. Op deze uitgaven wordt intensief gestuurd, en de verwachting is dat deze in de toekomst zullen verlagen.
Baten voordelig saldo € 1.000
- Afwijkingen kleiner dan € 25.000 zijn niet verklaard.
Geëscaleerde zorg 18+ en 18- (6.8) voordelig saldo € 315.000
Lasten voordelig saldo € 315.000
- Het voordelig saldo komt deels door een onderschrijding van € 45.000 op geraamde salarislasten en overige lasten voor voorbereiding van de doordecentralisatie Beschermd Wonen. Deze doordecentralisatie is weer een jaar uitgesteld, waardoor de ambtelijke capaciteit elders in de organisatie kon worden ingezet.
- Op jeugdbescherming en jeugdreclassering zijn minder lasten geweest dan voorgaande jaren en dan begroot. Hier resulteert een financieel voordeel van € 270.000. Dit kan diverse oorzaken hebben, en wordt geanalyseerd. Een eventueel structureel effect zal in de P&C cyclus worden opgenomen.